De chirurg en de anesthesioloog moeten weten wat MD type 1 inhoudt en wat de risico’s van algehele anesthesie zijn, vooral bij operaties in de bovenbuik. Voor nader advies kunnen ze contact opnemen met de behandelend arts of met het expertisecentrum myotone dystrofie.
- Bij acute ingrepen is het belangrijk dat voor de operatie een hartfilmpje (ECG) wordt gemaakt en bij afwijkingen een cardioloog wordt ingeschakeld.
- Na de operatie moeten patiënten met MD type 1 minstens 24 uur in het ziekenhuis blijven voor bewaking van hart en longen. Zo nodig moet ademhalings- en hoestondersteuning geboden worden.
- Na een zware ingreep of bij ernstige spierverzwakking hebben patiënten minimaal 48 uur hart- en longbewaking nodig.