Spraakproblemen (ook wel dysartrie genoemd) zijn veelvoorkomend bij myotone dystrofie type 1 (MD1), als gevolg van zwakte van de mond- en keelspieren. Tot op heden is er nog niet veel bekend over de spraakkenmerken bij MD1 en de meningen van patiënten over de eigen spraak. Daarom zijn op de poliklinieken Revalidatie en Neurologie van het Radboud Universitair Medisch Centrum volwassen patiënten met een genetisch bewezen diagnose MD1 gevraagd om deel te nemen aan een onderzoek naar de spraakkenmerken van MD1.
In totaal hebben 22 patiënten (9 vrouwen en 13 mannen), met een gemiddelde leeftijd van 50 jaar, deelgenomen. De spraak is opgenomen tijdens een spontaan interview, een voorleestekst en bepaalde spreektaken (o.a. de klinker /a/ zo lang mogelijk aanhouden, een glijtoon maken en zo hard mogelijk roepen). De opnames zijn vervolgens computergestuurd geanalyseerd. Daarnaast is de ernst van de dysartrie beoordeeld op een schaal van 0 (geen dysartrie) tot 5 (zeer ernstige dysartrie) door logopedisten. Tot slot hebben de patiënten (en naasten) hun spraak beoordeeld met een korte vragenlijst.
Uit de metingen bleek dat er bij MD1 sprake is van een kleiner stemvolume, een kleiner stembereik en minder nauwkeurige articulatie. Daarnaast was het spreektempo tijdens het lezen en het spontane interview lager dan bij sprekers zonder MD1. Hoe ernstiger de dysartrie, hoe kleiner het stemvolume, hoe onnauwkeuriger de articulatie en hoe langzamer de spreeksnelheid werd. MD1-patiënten gaven gevarieerde beoordelingen aan de eigen spraak, maar waren over het algemeen tevreden en ervaarden weinig beperkingen door de dysartrie. Er was geen verband tussen de ernst van de dysartrie en de tevredenheid van de patiënten over de eigen spraak. De naasten van de patiënten gaven wel een lagere score voor verstaanbaarheid en tevredenheid van de spraak wanneer de ernst van de dysartrie toenam.
Deze resultaten geven meer inzicht in de spraakkenmerken van MD1, waardoor MD1 in de toekomst mogelijk makkelijker herkend zal worden en de patiënt sneller de beste zorg aangeboden krijgt. Daarnaast kan de logopedie nog beter afgestemd worden op de spraakproblemen en behoeftes van de patiënten.
Aan dit onderzoek hebben de volgende zorgprofessionals bijgedragen: Simone Knuijt, Ilse Karnebeek, Nicole Voet, Rosemarie Kroon, Yelda Sahin, Janneke Weikamp (Radboudumc), Marthè Nijkamp en Sanne van Hellemond (Radboud Universiteit).