Voor een operatie kunt u het volgende doen:
- Vraag van te voren of een operatie onder lokale verdoving mogelijk is.
- Vertel de chirurg en anesthesioloog ruim van te voren dat u MD type 1 heeft en dat daarom bepaalde verdovingsmiddelen voor u levensgevaarlijk zijn. U kunt aangeven dat er contact kan worden opgenomen met uw behandelend neuroloog of met het expertisecentrum myotone dystrofie, voor extra informatie.
- Zorg dat u een SOS-kaartje bij u heeft om duidelijk te maken dat u MD type 1 heeft. Daarmee kunt u in noodgevallen zorgverleners attenderen op speciale aandachtspunten voor de behandeling.