Hoe wordt de diagnose gesteld?

Hoe wordt de diagnose gesteld?

De diagnose MD wordt gesteld met DNA-diagnostiek. In het geval van MD 1 geeft het aantal CTG-repeats in het DMPK-gen weer of patiënt aangedaan is of niet. MD 2 wordt in verband gebracht met afwijkingen in het ZNF9-gen (CNBP) op chromosoom 3. Ook hiervoor kan gerichte DNA-diagnostiek worden ingezet.

De klinisch geneticus kan ingeschakeld worden bij vragen over erfelijkheid, prenatale of preïmplantatie genetische diagnostiek en het informeren van familieleden die de ziekte mogelijk ook hebben.

Bent u patiënt of mantelzorger en heeft u een vraag?

Staat uw vraag niet tussen de veelgestelde vragen? Stel deze vraag dan aan de specialisten van het expertisecentrum via het contactformulier. Zij helpen u graag.
Stel uw vraag
Weet u wat u moet doen bij een spoedopname? Informatie over spoedopnames